Restauraties in de jaren 1998 tot 2006
Restauratieadviseur Stef Tuinstra ontvangt van de Kerkvoogdij opdracht een compleet restauratieplan uit te werken. Hij doet dit op basis van een gedegen historisch vooronderzoek.
Aan drie orgelbouwers met grote ervaring in orgelrestauraties worden offertes gevraagd; naast het financiële aspect wordt de zienswijze van de orgelrestaurateur van groot belang geacht. Orgelmakerij Bakker & Timmenga doet de meest aantrekkelijke aanbieding.
Echter, het oorspronkelijke restauratieplan moet flink worden aangepast als gevolg van de afloop van de discussies rond de in dit plan opgenomen herbepleistering van de kerk. Na de beslissing van de kerkenraad daarvan af te zien, is reconstructie van de niet meer oorspronkelijke registers weinig zinvol en dus zal RDMZ dit onderdeel niet subsidiëren.
Omdat de subsidies niet in één stroom vrijkomen, blijkt restauratie in één keer niet mogelijk, fasering van de plannen is onvermijdelijk. Na een nieuwe offerteaanvraag krijgt Bakker & Timmenga op 2 april 1998 opdracht de eerste fase uit te voeren:
restauratie van de beide ernstig aangetaste windladen van het Hoofdwerk.
Op 21 november 1998 wordt de eerste fase met een feestelijke ingebruikname afgerond.
Er komt een gunstige wending in de fasering: door constructief overleg tussen alle betrokkenen blijkt het in 2002 mogelijk de restauratie van het overige deel van het instrument in één vervolgfase af te maken. Op 18 december 2002 ontvangt Bakker & Timmenga daarvoor de opdracht. Half oktober 2004 wordt met het werk begonnen. Intussen is de nieuwe balgenzolder voltooid en het beschot achter het orgel aangebracht. Na de demontage van het binnenwerk kan ook de orgelzolder zelf worden versterkt. Het instrument is ruim voor Kerstmis 2005 weer bespeelbaar; de complete herintonatie komt in januari 2006 gereed. Een geheel nieuwe windvoorziening met drie spaanbalgen, zoals orgelbouwer Hinsz die oorspronkelijk heeft toegepast, brengt het orgel weer op adem. Deze windvoorziening is op de nieuwe balgenzolder geplaatst in de zuidbeuk van de kerk en kan eveneens door een ‘balgtreder’ of ‘orgeltrapper’ worden bediend.