Restauraties
Restauratie door H.E. Freytag
Met veel respect voor het oude werk heeft Herman Eberhard Freytag tussen 1848 – 1857 de in de loop van de jaren ontstane gebreken verholpen. Bij de restauratie worden dispositie en klank niet gewijzigd. Ook de “kamertoon” (de toonhoogte van het orgel) wordt niet veranderd.
Onderhoud tussen 1858 – 1931
We kunnen aannemen dat na het vakwerk van Freytag het orgel er weer voor tientallen jaren goed bijstond. Waar elders behoorlijke ingrepen plaatsvinden, het orgel in Roden blijft er voor gespaard. Duidelijke gegevens ontbreken over wat precies in deze periode met het orgel is gebeurd. Aannemelijk is dat na 1878 de fa. Van Oeckelen het orgel in onderhoud heeft gehad. Gelet op de desolate toestand rond 1930 zal het bij klein regulier onderhoud gebleven zijn.
Restauratie in de jaren 30 van de vorige eeuw
In 1932 worden feitelijk groot onderhoud uitgevoerd door fa. M. Spiering te Dordrecht en H. Tijs uit Harenermolen, waarbij helaas het originele karakter van het orgel wordt aangetast.
De Nasat 3' wordt vervangen door een Viola da Gamba; de Mixtuur, Sexquialter, Vox Humana, Dulciaan en beide tremulanten worden verwijderd. Ook de windvoorziening moet het ontgelden: de drie spaanbalgen met balghuis op de begane grond worden vervangen door een magazijnbalg op de orgelzolder. Het orgel wordt over 0,6 m richting toren opgeschoven.
Alle werkzaamheden hebben een nauwe relatie met de grote kerkrestauratie in 1932. We mogen van geluk spreken dat een groot deel van het instrument behouden blijft en niet in de smeltkroes verdwijnt.